La Mancha
Castilla-La Mancha is het wijngebied op zuidelijke helft van de Spaanse hoogvlakte ligt, de Meseta. Het is een groot gebied dat zeker de helft van de totale Spaanse wijnproductie voor zijn rekening neemt. (18 miljoen hl).
Castilla-La Mancha wordt begrensd door bergen en rivieren. In het noorden vormt de Taag een natuurlijke grens met Madrid en in het zuiden stroomt de rivier Guadiana, ten noorden van de grens met Andalucía . De grote vlakte is omringd met bergketens, maar de hoogvlakte is zo groot dat zelfs deze natuurlijke beschermpunten de wind niet kunnen tegenhouden. De bekende windmolens van La Mancha zijn daar het bewijs van. Het klimaat is zomers erg warm, maar de nachten en winters zijn koel, waardoor de druiven goed kunnen rijpen en in de winter de nodige rust krijgen.
Als men door het centrum van Castilla-La Mancha rijdt, ziet men tot zover het oog reikt alleen maar vlakten en in de verte bergtoppen. Kleine, witgewassen dorpjes met karakteristieke korte, gedrongen windmolens, omgeven door steeds grotere wijngaarden.
In Spanje en in het buitenland moeten ' aficionados ' (wijnliefhebbers) erkennen dat op de hoogvlakte van La Mancha een stille revolutie heeft plaatsgevonden. Een nieuwe generatie rode wijnen, vooral van de D.O .'s Almansa , La Mancha en Valdepeñas krijgen er op de exportmarkten heel wat goede vrienden bij. Intussen werpt moderne technologie een nieuwe kijk op de productieve airén-druif . Bij lage opbrengst, vroege oogst (behoud van zuren ), en koude, zachte gisting kan ze moderne-stijl , hoog-volume en goedgeprijsde droge en half-droge witte wijnen geven. Een van de redenen waarom de wijn tegen concurrerende prijzen verkocht kan worden is dat het werk op de wijngaard tot een minimum aantal dagen beperkt blijft. De druiven zijn zo gezond dat de meeste wijn organisch zijn, omdat behandelingen met insecticiden vrijwel niet nodig is. De naam die de streek heeft alleen goedkope slobberwijnen te maken verdwijnd gelukkig steeds verder op de achtergrond.